Leidse Vertaling 1912/1994 | Book List

Navigation


 

Psalmen 1

1 Gelukkig hij die niet treedt in de raadslagen der bozen, noch staat op den weg der zondaren, noch zit in den kring der spotters;

2 die veeleer zijn vreugde vindt in de wet van den Heer, dag en nacht van zijn wet bij zichzelf spreekt.

3 Hij gelijkt een boom, aan vlietend water geplant, die zijn vrucht op zijn tijd geeft, en welks loof niet verwelkt: in alwat hij doet is hij voorspoedig.

4 Gans anders de bozen, gans anders! Aan het kaf zijn zij gelijk, door den wind opgejaagd.

5 Dies houden de bozen geen stand in het gericht, noch de zondaars in de gemeente der rechtschapenen.

6 Want de Heer slaat ach op den weg der rechtschapenen; maar de weg der bozen loopt uit op den ondergang.