Leidse Vertaling 1912/1994 | Book List

Navigation


 

Psalmen 126

1 Een bedevaartslied. Als de Heer het lot van Sion wendde, was het ons als droomden wij.

2 Toen werd onze mond vervuld van lachen, onze tong van gejubel; toen zeide men onder de natien: De Heer heeft aan dezen een groot werk gedaan.

3 Ja, de Heer had een groot werk aan ons gedaan; wij waren verblijd.

4 Wend ons lot, Heer, als waterbeddingen in het zuiden.

5 Wie onder tranen zaaien zullen oogsten onder gejubel;

6 al wenend gaat hij daarheen, het zaaikoorn dragend, jubelend keert hij huiswaarts, dragend zijn garven.