Leidse Vertaling 1912/1994 | Book List

Navigation


 

Jona 3

1 Ten tweeden male kwam het woord des Heeren tot Jona:

2 Maak u op, ga naar Nineve, de grote stad, en breng haar de prediking die ik u zeggen zal.

3 En Jona maakte zich op en ging naar Nineve, zoals de Heer bevolen had. Nineve nu was een goddelijk grote stad, drie dagreizen lang.

4 Toen Jona de stad voorloopig een dagreize ver ingegaan was, predikte hij: Nog veertig dagen, dan wordt Nineve onderstbovengekeerd!

5 En de burgers van Nineve geloofden God, kondigden een vasten af en deden, zo groten als kleinen, rouwkleederen aan.

6 En toen het den koning van Nineve ter ore kwam stond hij van zijn troon op, legde zijn oppergewaad af, trok een rouwkleed aan en ging in de as zitten.

7 Ook deed hij in Nineve uitroepen, op last van den koning en zijn groten: Dat mens noch dier, rund noch kleinvee, iets proeve, graze of water drinke!

8 Maar mens en dier trekken rouwkleederen aan en roepen met alle macht tot God; ook bekere ieder zich van zijn slechten wandel en van de geweldenarij die aan zijn handen kleeft!

9 Wie weet, of het God niet weder berouwt; zodat hij zijn gloeienden toorn laat varen en wij niet omkomen!

10 Toen God nu zag wat zij deden, hoe zij zich bekeerd hadden van hun slechten wandel, kreeg hij berouw over het onheil dat hij gezegd had hun te zullen aandoen, en hij deed het niet.