Leidse Vertaling 1912/1994 | Book List

Navigation


 

Handelingen 14

1 Te Iconium traden zij, dezelfde gedragslijn volgend, de synagoge der Joden binnen en spraken zo dat een menigte Joden en heidenen gelovig werd.

2 Maar de onbekeerlijke Joden hitsten de heidenen op en verbitterden hen tegen de broeders.

3 Wel vertoefden dezen daar nog geruimen tijd, vrijmoedig sprekend, in vertrouwen op den Heer, die het woord zijner genade staafde door wonderen en tekenen te laten geschieden door hun handen,

4 maar de bevolking der stad was verdeeld: de een hield het met de Joden, de ander met de apostelen;

5 en toen zij gewaar werden dat onder de heidenen en de Joden met hun overheid een sterke beweging ontstond om hen te mishandelen en te stenigen,

6 vluchtten zij naar de steden van Lycaonie Lystra en Derbe en den omtrek,

7 en brachten daar de Blijmare.

8 In Lystra nu zat een man die geen kracht in zijn benen had, verlamd van zijn geboorte af: hij had nooit kunnen lopen.

9 Hij hoorde Paulus spreken, en deze keek hem in de ogen en zeide, toen hij zag dat hij het geloof had waardoor hij gered kon worden,

10 met luide stem: Sta recht op uw voeten! En hij sprong op en liep.

11 Toen de schare zag wat Paulus deed, riep zij in het Lycaonisch: De goden zijn in mensengedaante tot ons neergedaald!

12 Zij noemden Barnabas Zeus, en Paulus Hermes, omdat hij het woord voerde.

13 En de priester van Zeus, wiens tempel buiten de stad stond, bracht stieren en kransen naar de poorten en wilde met het volk een offer brengen;

14 maar toen de apostelen Barnabas en Paulus dit hoorden, scheurden zij hun klederen, sprongen onder de schare en riepen:

15 Mannen, wat doet gij daar! Wij zijn mensen van gelijke natuur als gij, en prediken u dat gij u van die valse goden bekeren moet tot den levenden God, die den hemel, de aarde, de zee en alwat daarin is gemaakt heeft.

16 Hij heeft in de vorige mensengeslachten alle volken hun eigen weg laten gaan;

17 hoewel Hij zich niet onbetuigd liet door wel te doen, door van den hemel u regen en vruchtbare tijden te geven en door uw hart met spijs en vreugde te verzadigen. --

18 Door zo te spreken weerhielden zij met moeite de schare offers aan hen te brengen.

19 Maar er kwamen Joden van Antiochie en Iconium die het volk ompraatten, Paulus stenigden en hem, menend dat hij dood was, de stad uitsleepten.

20 Doch toen de leerlingen om hem gingen staan, stond hij op en ging de stad in. Den volgenden dag vertrok hij met Barnabas naar Derbe.

21 Nadat zij in die stad gepredikt en veel leerlingen gemaakt hadden, keerden zij over Lystra en Iconium naar Antiochie terug.

22 Zij bemoedigden in die plaatsen de leerlingen, vermaanden hen in het geloof te volharden en predikten: Wij moeten door veel verdrukkingen in het Koninkrijk Gods ingaan.

23 Ook stelden zij voor hen in elke gemeente met handoplegging oudsten aan, en vertrouwden hen, onder bidden en vasten, toe aan den Heer, in wien zij hadden leren geloven.

24 Zo trokken zij Pisidie door, kwamen in Pamfylie,

25 en daalden, na in Perge het woord verkondigd te hebben, naar Attalie af.

26 Van daar voeren zij naar Antiochie, van waar zij, aan Gods genade aanbevolen, waren uitgegaan naar het werk dat zij nu volbracht hadden.

27 Na hun aankomst riepen zij de gemeente bijeen en verhaalden wat God door hen gedaan, en hoe Hij de deur des geloofs voor de heidenen geopend had.

28 Nog geruimen tijd bleven zij bij de leerlingen.