Leidse Vertaling 1912/1994 | Book List

Navigation


 

Galaten 6

1 Broeders, wanneer iemand betrapt wordt op een overtreding, dan moet gij, geestelijke mensen, zulk een terechtbrengen door den geest der zachtmoedigheid, lettend op uzelf; opdat ook gij niet in verzoeking komt,

2 Draagt elkanders lasten en volbrengt zo de wet van Christus.

3 Want als iemand zich verbeeldt iets te zijn, terwijl hij niets is, dan bedriegt hij zichzelf.

4 Ieder onderzoeke zijn eigen gedrag; dan zal hij zijn roem voor zichzelf genieten; hij doe het niet voor anderer oren.

5 Ieder toch zal zijn eigen pak dragen.

6 Wie in het woord onderwezen wordt dele van alle aardse goederen mee aan zijn onderwijzer.

7 Dwaalt niet, God laat niet met zich spotten. Want wat de mens zaait, dat zal hij ook oogsten;

8 wie op zijn vlees zaait zal daaruit verderf oogsten; wie op zijn geest zaait zal daaruit het eeuwige leven oogsten.

9 Laat ons niet verslappen in het doen van het goede; want wanneer wij niet verflauwen, zullen wij op zijn tijd oogsten.

10 Laat ons dus, terwijl wij nog tijd hebben, aan allen goeddoen, maar het meest aan de geloofsgenoten.

11 Ziet, met hoe grote letters ik u eigenhandig schrijf.

12 Allen die zich naar het uiterlijke mooi willen voordoen, die dwingen u om u te laten besnijden alleen maar opdat zij niet om het kruis van Christus vervolgd mogen worden.

13 Want die mannen die zich laten besnijden houden zelf de wet niet, maar willen dat gij besneden wordt; dan kunnen zij zich daarop beroemen.

14 Wat mij aangaat, ver zij het van mij op iets anders te roemen dan op het kruis van onzen Heer Jezus Christus, door wien de wereld voor mij een gekruisigde is, ik voor haar.

15 Want besnijdenis betekent evenmin iets als onbesneden zijn, maar wel een nieuw schepsel te zijn.

16 Over zovelen naar dezen regel zich gedragen zij vrede en barmhartigheid, ook over Gods Israel!

17 Voorts, niemand doe mij moeite aan; want ik draag de merktekenen van Jezus op mijn lichaam.

18 De genade van onzen Heer Jezus Christus zij met uwen geest, broeders! Amen.