Leidse Vertaling 1912/1994 | Book List

Navigation


 

1Timoteüs 4

1 Maar de Geest zegt duidelijk dat in den laatsten tijd sommigen zullen afvallen van het geloof, gehoor gevend aan misleidende geesten en leringen van duivelen,

2 ten gevolge van de geveinsdheid van leugensprekers die hun eigen geweten gebrandmerkt hebben,

3 die verbieden te trouwen en bevelen zich van sommige spijzen te onthouden, welke God geschapen heeft om door de gelovigen en hen die de waarheid kennen met dankzegging genoten te worden.

4 Immers, alwat God geschapen heeft is goed, en niets is verwerpelijk, indien het met dankzegging genuttigd wordt;

5 want het wordt door Gods woord en het gebed geheiligd.

6 Wanneer gij deze dingen aan de broeders op het hart bindt, zijt gij een degelijk dienaar van Christus Jezus, u voedend met de woorden des geloofs en der voortreffelijke leer waarvan gij een aanhanger zijt.

7 Maar verwerp de onheilige oudewijvenpraatjes. Oefen u om vroom te zijn.

8 De oefening des lichaams toch is van weinig nut; maar de vroomheid is in alle opzichten nuttig, dewijl aan haar de belofte zowel voor het tegenwoordige als voor het toekomende leven verbonden is.

9 Dit is een betrouwbaar woord, waardig met volle gerustheid aangenomen te worden.

10 Want daarvoor zwoegen en strijden wij ook; omdat wij hopen op den levenden God, die de redder van alle mensen is, vooral van de gelovigen.

11 Schrijf dit voor en onderwijs het.

12 Laat niemand uw jeugd minachten, maar wees een voorbeeld voor de gelovigen in woord en wandel, in liefde, geloof en reinheid.

13 Wijd u totdat ik kom aan de voorlezing, opwekking, lering.

14 Verontachtzaam de u geschonken gave niet. Zij is u gegeven door een profetie, toen de oudsten u de handen oplegden.

15 Behartig die dingen, leef er in; opdat aan allen blijke hoe gij vooruitgaat.

16 Geef acht op uzelf en op de leer, houd u daaraan; want als gij zo doet, zult gij en uzelf en uw hoorders redden.